Kwade trouw bij navordering alleen bij verstrekken onjuiste informatie vóór vaststellen aanslag of voordat aanslagtermijn is verstreken

Afgelopen vrijdag heeft de belastingkamer van de Hoge Raad een arrest gewezen over de navorderingsbevoegdheid van de fiscus en in het bijzonder het leerstuk van kwade trouw. Wil de fiscus kunnen navorderen dan heeft hij in de regel een nieuw feit nodig, lees: een feit dat nog niet bekend was ten tijde van het opleggen van de aanslag. Deze eis geldt niet wanneer de belastingplichtige ‘te kwade trouw’ was. Van kwade trouw is bijvoorbeeld sprake wanneer aan de fiscus doelbewust onjuiste inlichtingen zijn verstrekt of de juiste inlichtingen zijn achtergehouden. Het leerstuk van kwade trouw lijkt erg op het leerstuk van voorwaardelijk opzet in het strafrecht.

 

Het gerechtshof Den Bosch had in de zaak kwade trouw aangenomen. Echter, de Hoge Raad casseert. Het arrest is relevant voor wat betreft het tijdstip waarop kwade trouw dient te bestaan.

 

Vandaag is mijn commentaar bij het arrest gepubliceerd in het Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht. Download hier het commentaar of neem contact op met kantoor voor overleg in uw situatie.