Hoge Raad beperkt toegang tot de rechter

Vandaag verschijnt mijn commentaar in het Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht bij het arrest van de belastingkamer van de Hoge Raad van vrijdag 5 juli 2019. In dat arrest besliste de Hoge Raad - kort gezegd - dat rechters voortaan strenger dienen te zijn wanneer een belastingplichtige te laat is met het maken van bezwaar tegen een boete en aangeeft dat dit niet zijn schuld is. Voorheen diende een belastingplichtige enkel de reden op te geven voor zijn verlate indiening waarnaar de rechter doorgaans alsnog zijn zaak behandelde. Vanaf 1 augustus 2019 dient een belastingplichtige zijn redenen te onderbouwen met bewijsstukken. Wanneer vaststaat dat een boete op voorgeschreven wijze is verstuurd per post en de belastingplichtige voert aan de boete niet tijdig te hebben ontvangen, dan geldt een vermoeden van ontvangst. Dit vermoeden zal de belastingplichtige dus moeten ontkrachten, wil de rechter zijn zaak inhoudelijk behandelen.

 

De beslissing van de Hoge Raad past in de huidige tijdsgeest waarin steeds meer van burgers zelf wordt verlangd om tijdig naar de rechter te stappen en een boete aan de orde te stellen. Keerzijde van deze ontwikkeling is dat een grote groep mensen in de samenleving niet goed in staat is voor zichzelf in rechte op te komen en dus verstoken blijft van rechtsbescherming door de rechter als het gaat om sancties. Bovendien vindt het opleggen van sancties door de overheid niet altijd zorgvuldig plaats. Integendeel. Op 3 december 2018 berichtte het NRC nog dat uit een intern onderzoek van het Openbaar Ministerie zelf bleek dat de aanklager duizenden mensen onterecht had bestraft met een strafbeschikking. Vanuit de Tweede Kamer volgde veel kritiek. Minister Grapperhaus heeft in april dit jaar toegezegd dat vanaf 1 oktober 2019 altijd een advocaat wordt toegewezen aan verdachten van strafbeschikkingen bij kleine misdrijven. Is het tegen deze achtergrond een goede zaak dat de Hoge Raad de toegang tot de rechter beperkt voor burgers die een boete opgelegd hebben gekregen? Ik meen van niet.

In het gepubliceerde commentaar ga ik verder nog in op rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en de regelgeving in het strafrecht aangaande het bekend maken van boetes aan verdachten.

 

Benieuwd naar het hele commentaar of behoefte aan overleg en uw situatie? Neem gerust contact op met kantoor.