Verlengde navorderingstermijn buitenlands vermogen

Op 16 maart 2018 heeft de Hoge Raad een belangrijk arrest gewezen over de verlengde navorderingstermijn die geldt voor verzwegen buitenlands vermogen (ex artikel 16 lid 4 Algemene wet inzake rijksbelastingen). De normale navorderingstermijn bedraagt 5 jaar, de verlengde navorderingstermijn voor buitenlands vermogen bedraagt 12 jaar.

 

In de zaak die diende voor de Hoge Raad had de belastingplichtige in 2005 contante winsten uit zijn Nederlandse ijssalon van 60.000 euro gestort op een buitenlandse bankrekening en deze winsten niet opgegeven in zijn aangiften IB/PVV. In 2014 keerde de belastingplichtige in door de gestorte gelden alsnog op te geven. De vraag die de Hoge Raad diende te beantwoorden was of de verlengde navorderingstermijn (van 12 jaar) of de gewone navorderingstermijn (van 5 jaar) van toepassing was op de winstcorrecties in box 1. Voor wat betreft het niet opgegeven vermogen in box 3 stond vast dat de verlengde navorderingstermijn van toepassing was. Het gerechtshof vond dat de normale navorderingstermijn gold voor de winstcorrecties in box 1. De Hoge Raad was het eens met het hof. De verwerving en ontvangst van de winsten hadden namelijk geen enkel aanknopingspunt met een ander land dan Nederland, zodat niet kan worden gezegd dat die winsten waren opgekomen in het buitenland in de zin van artikel 16 lid 4 Algemene wet inzake rijksbelastingen. Dit wordt niet anders wanneer deze bedragen naderhand buiten het zicht van de Nederlandse belastingdienst op een buitenlandse bankrekening worden gestort, aldus de Hoge Raad. Het tijdsverloop tussen de ontvangst van die bedragen en de storting ervan op de buitenlandse bankrekening is in dit verband niet van belang.

 

 

Meer weten over deze uitspraak en de gevolgen ervan? Raadpleeg het arrest van de Hoge Raad hier of neem contact op met kantoor voor overleg in uw situatie.